Waanzinnige roadtrip door de Andes in Zuid Ecuador

Vrolijk meisje in traditionele kleding in Ecuador

Gepubliceerd door:
Mandy

Mistige hoogvlaktes met honderden bergmeertjes, tropische wolkenbossen en bergdorpjes waar de inheemse bevolking nog leeft volgens hun eeuwenoude tradities: Er is veel te ontdekken in het zuiden van Ecuador.

Maak een roadtrip door deze groene uitlopers van de Andes. Bezoek natuurparken met een waanzinnige biodiversiteit en dompel je onder in de cultuur van de inheemse volken.

´Pssshhht, sjeshieeee!´ mompelt het inheemse kruidenvrouwtje, terwijl ze mijn lichaam bewerkt met een ei. Van top tot teen, geen plekje slaat ze over. Dan neemt ze een slok uit een fles gevuld met een groene vloeistof, en proest uitbundig in mijn gezicht. Het ruikt naar Eau de Cologne. Tot slot breekt ze het ei in een plastic zakje, en bestudeert de dooier aandachtig.

“Je hebt stress,” zegt ze gedecideerd. “Dat is dan drie dollar.”

We zijn op de markt van de stad Cuenca, in Zuid Ecuador. Twee meter verderop behandelt een identiek vrouwtje een baby met een bos kruiden, dezelfde bezweringen prevelend. Het kind huilt onbedaarlijk. De vader haalt zijn schouders op. “Para curar el espanto,” verklaart hij.” Zodat het kind niet meer bang is ´s nachts.” 

Je ziel verloren door espanto

Ecuadoriaanse vrouw in traditionele kleding op een markt in Ecuador

‘Het genezen van de schrik’, betekent dat letterlijk. En dat nemen de inheemse Andesbewoners zeer serieus. Wie lijdt aan espanto, is zijn ziel kwijt. Dat kan allerlei oorzaken hebben. Van een ontmoeting met een dolende geest tot de vloek van Moeder Aarde, wanneer je een zonde hebt begaan. De kruidenvrouwtjes doen dan ook goede zaken hier op de markt.

Cuenca is ons beginpunt van een reis door het zuiden van Ecuador. Hoewel relatief onbekend bij toeristen, valt er een hoop te ontdekken in deze groene uitlopers van de Andes, op de grens met de Amazone. Zoals natuurparken met talloze bergmeertjes op mistige hoogvlaktes, tropische wolkenbossen waar je de meest exotische vogels kan spotten, en inheemse bergdorpjes waar de bewoners je graag hun cultuur laten zien.

En het charmante hippiedorp Vilcabamba, in een groene bergvallei waar de bewoners tot de oudsten ter wereld zouden behoren. Er is, kortom, voor ieder wat wils.

Roadtrip over de Pan-Amerikaanse snelweg

Daarbij zijn de zuidelijke hooglanden ideaal voor een roadtrip. De afstanden zijn niet te groot en de bergwegen zijn goed begaanbaar. Wegen die je ook nog eens helemaal voor jezelf hebt, zoals het hoort op een roadtrip.

Zodra je de Pan-Amerikaanse snelweg ten zuiden van Cuenca oprijdt, valt het telefoonbereik weg en slinger je tientallen kilometers door de groene bergen zonder ook maar iemand tegen te komen – op de koeien grazend op de steile hellingen na dan.

Uitzicht over de groene bergen boven de wolken nabij Cuenca, Ecuador

Onze eerste bestemming is het inheemse stadje Saraguro, drie uur rijden ten zuiden van Cuenca. We gaan op pad met Saraurku, de lokale coöperatie voor gemeenschapstoerisme in het gelijknamige stadje. Drie dagen lang dompelen we ons onder in de cultuur van de Saraguros. Het grootste inheemse volk van de zuidelijke hooglanden.

Saraguro: Ontdek de tradities en rituelen van de inheemse Andesbewoners

Met 95 lokale families direct betrokken bij de organisatie, is Saraurku een voorbeeld van gemeenschapstoerisme pur sang. Er is een door de gemeenschap gerund hotel in het stadje, een restaurant, zelfs een bierbrouwerijtje.

Toeristen kunnen overnachten bij lokale families en helpen bij de bezigheden van de gemeenschap. Daarmee is het één van de weinige plekken in Ecuador waar je de doorgaans zo gesloten inheemse Andescultuur van dichtbij leert kennen.

We gaan op pad met gids Juana. Ze is gekleed in een lange zwarte wollen rok, met daarboven een geborduurd bloesje en een zwarte wollen poncho, bijeengehouden door een zilveren bewerkte speld. Op haar hoofd prijkt een platte hoed met koeienmotief, de traditionele hoed van de Saraguro´s.

Reinigend ritueel

Juana neemt ons mee naar de plek voor ceremonies van de gemeenschap, waar we de dag afsluiten met – net als in Cuenca – alweer een reinigend ritueel. Lokale sjamaan Taita Luis, een kleine Saraguro met een lange zwarte vlecht en een hertenpootje om zijn pols, leidt de ceremonie. “Het doel van het ritueel van vandaag is het leegmaken van onze geest, om onze zorgen te vergeten en nieuwe energie op te doen,” zegt de vriendelijke sjamaan.

We staan in een kring rondom een cirkel van drie kleuren aarde, appels, schelpen en stenen. Aan de rand van de cirkel brandt een pot met geurige kruiden, naast een rij flesjes gevuld met troebele plantenbrouwels. “Neem onze negatieve energie weg van ons,” prevelt Taita Luis, en blaast in een schelp, een geluid als een huilende wind.

Hij pakt een touw en haalt het langs onze gespreide handen. Waarna hij het touw met kracht van zich af slaat in de rook van het vuur, als om de kwade geesten af te schudden. Dan zet hij een fles aan zijn mond en sproeit de inhoud over de deelnemers. En zo worden we alweer bespuugd. Het begint zowaar te wennen.

Comunidad de Gera

Een koe in de bergen van Ecuador

De volgende ochtend rijden we naar de Comunidad de Gera, een bergdorpje van een honderdtal families in de buurt van Saraguro. De weg voert over een onverhard pad omhoog door de bergen. Onze enige tegenliggers zijn kleine groepjes lokale bewoners te voet, die met hun honden, koeien en paarden afdalen naar de lapjes grond waar ze hun dieren houden.

Het dorpje bestaat uit een verzameling huizen met muren van klei, een kerkje met een klokkentoren van golfplaat en een schooltje waar kinderen voetballen op het schoolplein. Jongens en meisjes dragen hun haren in dezelfde vlecht tot onder op de rug, en zijn door hun gymkleren niet van elkaar te onderscheiden. “Wij geloven dat lang haar kracht vertegenwoordigt,” zegt Juana. “Daarom wordt vanaf de geboorte het haar nooit geknipt.”

Op deze drieduizend meter hoogte groeien overal agaveplanten. De bewoners koken hiervan een drankje genaamd guajango en laten het fermenteren in een fles van aardewerk. We proberen het brouwsel bij de 72-jarige Maria Mercedes Medina Macas, bewoonster van Gera. Een verraderlijk drankje, dat met elke dag fermenteren in alcohol toeneemt. ”Wanneer we moe zijn van het werk op de akkers, dan nemen we wat guajango voor energie,” zegt Juana, die met elke slok vrolijker wordt.

Hippiedorp Vilcabamba

Uitzicht op de vallei van Vilcabamba

Met een schoon gemoed gaan we de volgende ochtend op weg naar Vilcabamba, de volgende bestemming op deze roadtrip. We volgen een mistige bergweg naar de stad Loja. Door dorpjes waar de bewoners altijd wel bezig zijn een varken te roosteren, aan een spit pal langs de weg. Vanaf Loja dalen we af naar een uitbundig groene bergvallei, die de Inca´s doopten als de Heilige Vallei: Vilcabamba.

Het eerste wat opvalt wanneer we Vilcabamba binnenrijden, is de opmerkelijke bevolking van het dorp. Het is zondagmiddag en het dorpsplein wordt bevolkt door hippies in batikprintbroeken die geknoopte armbandjes, empanada’s en hindoemaaltijden verkopen.

Bij het café op de hoek drinken roodverbrande Amerikanen literflessen bier. Er is een Mexicaanse tacotent, een Italiaanse pizzeria en een Belgische chocolaterie. En een veganistisch restaurant met amandelmelk-cappuccino en cheesecake zonder kaas.

Hippies en pensionado’s verlangen naar lang leven

Het contrast met Saraguro kon niet groter zijn. Wat is hier aan de hand? Daarvoor moeten we terug tot 1955, wanneer Reader’s Digest een artikel publiceert over een mythische vallei in Zuid Ecuador, waar de bewoners tot ver over de honderd jaar oud zouden worden. Inderdaad, Vilcabamba. Bovendien zou de berg Mandango uitkijkend over het dorp een magnetisch veld bezitten, waar een helende energie vanuit zou gaan.

Sindsdien werkt de Heilige Vallei, wel, als een magneet op hippies en new agers uit alle hoeken van het westers halfrond. Ook vele Amerikaanse pensionado´s, aangetrokken door de belofte van een lang en goedkoop leven en altijd mooi weer, vestigden zich in Vilcabamba.

Waterval in Nationaal Park Podocarpus, Ecuador

En neem het ze eens kwalijk. Het charmante bergdorp op 1500 meter hoogte wordt omringd door groene bergen, waarin het fijn wandelen, paardrijden of fietsen is. We beklimmen de berg Mandango te paard, duiken in een waterval van het nabijgelegen Nationaal Park Podocarpus, en belonen onszelf voor de inspanning met een massage in de hotelspa.

Maar Vilcabamba is vooral een geweldig dorp om even helemaal niets te doen. Kijkend naar de zonsondergang vanuit je hangmat en ijsjes etend op het dorpsplein.

Vogelspotten in Nationaal Park Podocarpus

De Paradise Tanager vogel in een boom

Uitgerust rijden we verder naar Nationaal Park Podocarpus, een gigantisch subtropisch bos op de grens van de Amazone en de Andes. Door die overgang heeft het natuurgebied een extreme biodiversiteit, met vele dier- en plantensoorten die alleen hier voorkomen. We slapen in comfortabele houten bungalows aan de rand van het park, vanwaar we direct het bos inlopen. Een geweldige plek voor natuurliefhebbers, kortom.

Vroeg in de ochtend gaan we op weg naar één van de watervallen in het wolkenbos. Een glibberige klim over modderige paadjes en boomstammen, terwijl gids Juan Carlos ons felblauwe, gele en groene vogels aanwijst, verstopt in de hoge bomen. Even mooi is het in slaap vallen met de geluiden van het bos, om wakker te worden van het geruzie van een paar vogels. De bewoonde wereld is hier ver weg.

Los Cajas, honderden meertjes op grote hoogte

Onze laatste stop is het nationaal park Los Cajas, een beschermd natuurgebied op meer dan vierduizend meter hoogte, op een half uurtje van Cuenca. Het park telt honderden bergmeertjes gevormd door smeltende gletsjers, mistige hoogvlaktes en sprookjesachtige bossen. Om letterlijk een frisse neus te halen, want het kan er flink koud en nat worden. Des te beter smaakt de forel die je na de wandeling eet met uitzicht over het natuurpark.

Vol positieve energie keren we terug naar Cuenca, waar we onze reis begonnen. Vrij van stress of espanto. Het inheemse kruidenvrouwtje kan tevreden haar eitje tikken.